Alles wat je moet weten over antifouling

De sloep of tender ligt in de winterstalling. En dat betekent tijd voor het nodige onderhoud. Antifouling is hiervan een belangrijk onderdeel. Het is belangrijk om het gedeelte van je sloep/tender onder de waterlijn te beschermen tegen aangroei. Dit doe je met antifouling. Er bestaan verschillende soorten, wij leggen uit wat de perfecte match is voor je sloep/tender. Door de onduidelijkheid, in de afgelopen 10 jaar m.b.t. de wetgeving over antifouling, is er veel verwarring ontstaan.

Heb je vragen aan onze expert?
Mail naar redactie@daemesenheeren.nl

Een sloep/tender die in het water ligt krijgt te maken met aangroei van kleine organismen, mosselen en algen op de romp. Dit kan er onschuldig uitzien, maar samen vormen deze organismen een flinke massa. Het gevolg hiervan is dat de aangroei zorgt voor nadelige vaarprestaties; minder snelheid met hoger brandstofverbruik, aantasting van de onderlagen van het schip, optreden van osmose bij polyester sloepen/tenders en een verminderde levensduur en waarde van je sloep/tender. Dit is allemaal makkelijk tegen te gaan met antifouling. Hiermee voorkom je dat deze kleine organismen zich kunnen vasthechten aan je sloep/tender.

Antifouling is speciale onderwaterverf waaraan biociden, koper, chloorrubber en aangroei-werende middelen zijn toegevoegd. Deze middelen voorkomen dat er aangroei ontstaat. Er zijn harde en zachte (zelf slijpende) antifoulings. Inmiddels is er ook een ‘hybride’ variant; hard met een licht slijpende werking.

In Nederland mogen uitsluitend door het CTGB (College voor Toelating van Gewasbestrijdingsmiddelen en Biociden) toegelaten antifoulings worden verkocht én verwerkt. Uit milieuoogpunt is de toelating van een groot aantal koperhoudende antifoulings per 1 november 2014 verlopen. Deze antifoulings mogen in Nederland dan ook niet meer worden verkocht en/of worden aangebracht. Een CTGB toegelaten antifouling is te herkennen aan een toelatingsnummer op het blik.

Ook kan het CTGB het toepassingsgebied van een (toegelaten) antifouling beperken. Dit betekent dat een antifouling wel is toegelaten, maar uitsluitend mag worden aangebracht voor de beroepsvaart. De betreffende antifouling mag dus niet worden toegepast op pleziervaart die vaart op de binnenwateren.

Met een harde uitlogende antifouling voorkom je bij voldoende laagdikte, aangroei voor een aantal seizoenen en dat is ook meteen het voordeel van een harde antifouling ten opzichte van een zachte, zelf slijpende. Een nadeel is echter dat na verloop van jaren en het meerdere keren aanbrengen van een harde antifouling er een dikke ‘koek’ ontstaat op de romp van je sloep/tender. Daarom moet na enkele jaren de oude lagen worden verwijderd. Harde antifouling is ook erg geschikt voor sloepen/tenders die regelmatig op een trailer staan.

  • Harde, duurzame seizoenslange aangroeiwering
  • Bestand tegen slijtage en mechanische belastingen (traileren)
  • Geschikt voor snelle en voor droogvallende sloepen/tenders
  • Schrobbare eindlaag

Ook wel bekend als polijstende zelfslijpende antifouling. Tijdens het varen slijt de antifouling er geleidelijk af, waardoor verse koper en/of biociden vrijkomen. Het voordeel hiervan is dat er geen dikke laag ontstaat zoals bij harde antifouling. Wel is het noodzakelijk dat er voldoende wordt gevaren (lees: geslepen) en dat elk seizoen nieuwe antifouling moet worden aangebracht. Zachte antifouling wordt vooral gebruikt voor langzaam varende schepen. Het aanbrengen van zachte antifouling op een snelle sloep/tender heeft geen zin, omdat de laag er dan te snel afslijt.

  • Een polijstende antifouling biedt een geconcentreerde afgifte van koper en/of biociden voor langdurige werking
  • Slijt af tijdens het varen
  • Verminderd onderhoud – minimale laagdikte opbouw vermindert de voorbehandelingstijd
  • Uithalen en te water laten zonder overschilderen

Door het CTGB toelatingsbeleid is het koper- en biocidegehalte flink naar beneden gegaan. Om een goed aangroeiwering met minder koper/biocide te verkrijgen, heeft hybride antifouling een hard oppervlak gecombineerd met een licht slijpende werking. Hierdoor blijft de antifouling ook met minder koper goed werkzaam.

Ja, dit is echt nodig. Het niet aanbrengen van antifouling op het onderwaterschip zorgt niet alleen voor de aangroei van een flinke baard (aangroei van organismen), maar heeft ook op de langere termijn nadelige gevolgen:

  • Snelheidsverlies. De aangroei zorgt voor extra weerstand en massa, waardoor je sloep/tender een halve tot wel 3 km per uur langzamer zal varen.
  • Hoger brandstofverbruik. Om de gewenste snelheid te halen is extra vermogen nodig van de motor. Dit zorgt voor een hoger brandstofverbruik, wat op kan lopen tot 20%.
  • Risico op osmose. Hoger risico op osmose bij polyester sloepen/tenders. Waarbij het polyester wordt aangetast en zorgt voor groot en duur onderhoud.
  • Verminderde levensduur en waardeverlies. Het niet aanbrengen van antifouling kan ervoor zorgen dat de levensduur van je sloep/tender aanzienlijk verminderd wordt, door de hierboven genoemde punten. De waarde van je sloep/tender zal dan ook afnemen.

Bij zachte antifouling eerst ontvetten (niet schuren), dan antifouling aanbrengen.

Bij harde antifouling eerst ontvetten, daarna schuren (P60-80), dan antifouling aanbrengen.

Wat heeft mijn sloep nodig?
Bij het kiezen van de juiste antifouling moet er rekening worden gehouden met meerdere factoren. Zoals het vaargebied, de vaarstijl en de sloep/tender zelf.

Om te beginnen is het belangrijk om te weten wat voor antifouling er nu op je sloep/tender zit. Weet je dit niet? Dat is geen probleem. Wrijf met je hand of met een doek over de antifouling heen. Geeft er verf af, dan is het in principe zachte antifouling. Voor het gros van de sloepen/tenders varend van 5 tot 50 km per uur is een hybride antifouling een uitstekende keuze.

Voor sloepen/tenders die langdurig harder varen dan 50 km per uur, getrailerd worden of sloepen die droogvallen is harde antifouling de beste keuze. We raden zachte antifouling aan voor langzaam varende sloepen/tenders, tot 20 km per uur.

Naast de snelheid is het ook belangrijk om te kijken naar het vaar- en ligwater (zoet, brak of zout). De aangroei op zout water is veel groter dan op zoet. De keuze kan ook afhangen van de lozing van grijswater, vervuiling van de haven door verschillende besmettingen, geen doorstroming van het water, nabij stromende rivieren, regenval en vegetatie.

Meer praktische informatie