In de serie Stuurboord_Bakboord praten we met professionals met een warm hart voor de watersport. Deze keer in gesprek met Leo Oor, sluiswachter Mijndense Sluis in Loenen aan de Vecht.
HOE BEN JE HIER TERECHT GEKOMEN?
Mijn familie komt uit de binnenvaart. Als jongetje van veertien voer ik al vanuit Utrecht naar Loenen in mijn eigen bootje. Ik had geen brommer maar een boot. Ik heb trouwens nog steeds geen auto, ik doe alles met de boot. Als vakantiewerk hielp ik in de sluis die toen nog hand-bediend was. Na wat omzwervingen ben ik lang geleden hier weer als sluiswachter terechtgekomen. Het is een aparte wereld die mij ontzettend aantrekt.
WAT VIND JE LEUK AAN DIT VAK?
Dat je dagelijks verrast wordt door wat er voorbij komt varen, vind ik het leukste. Oude schepen, aparte exemplaren of zelfgebouwde bootjes, het is een lust voor het oog. En natuurlijk het praatje wat erbij hoort. Die hele mix van gedoe in de sluis en de gezelligheid is het allerleukste.
DRIE BELANGRIJKE REGELS!
- Wacht netjes op je beurt;
- Hou altijd je lijnen in de gaten (niet vastzetten);
- Volg de instructies van de sluiswachter op.
WAT IS ER ZO MOOI HIER?
Het is een prachtig gebied voor kleine bootjes. Het is avontuurlijk en fijnmazig. Hoe kleiner je bootje hoe groter je vaargebied.
WAT ZIJN DE GRAPPIGSTE BLUNDERS?
Haha, dat is toch wel als mensen ‘verkeerd-om’ in de sluis komen te liggen. Als je de lijnen voor te vast legt dan gebeurt het vaak dat je achterstevoren komt te liggen. Dat is een komisch gezicht.
Dan sta je toch mooi voor joker als schipper. Dan kan ik het niet laten om een grapje te maken en vraag ik: ‘Wil je nu al weer terug?’
‘Vaar zo ver mogelijk naar voren
en sluit zo kort mogelijk aan’