In de serie Stuurboord_Bakboord praten we met professionals met een warm hart voor de watersport. Deze keer met Dijkgraaf Ingrid de Bondt van Waterschap Hollandse Delta.

ONDER ZEEWATERNIVEAU

Waarom ik dijkgraaf ben geworden? Ik vind het heel belangrijk dat we droge voeten houden, dat de kwaliteit van het water verbeterd wordt en dat er beter wordt samengewerkt met andere partijen om dit te bewerkstelligen. Dat vind ik heel mooi om voor te vechten. We leven in dit deel van Nederland (Hollandse Delta) onder het zeewaterniveau, dus droge voeten houden is echt prioriteit.

MISSIE

De belangrijkste taak van het waterschap is zorgen dat als het stormt en als de rivier hoog water heeft, wij geen natte voeten krijgen. In 1953 is ook in dit waterschap een groot gedeelte ondergelopen en zijn er veel slachtoffers gevallen. We zorgen voor schoon water zodat we lekker kunnen zwemmen, en dat de natuur en ecologie kan floreren. We zorgen ook voor wegen die bijvoorbeeld over de dijken lopen en bovenal dat het rioolwater gezuiverd wordt.

VERZOEK!

‘Ik heb een verzoek aan de sloepvaarder: neem alsjeblieft je eigen rotzooi weer mee, zorg dat er niks in het water terecht komt. We zien te veel afval in onze wateren. Neem het mee en gooi het in de vuilnisbak. Zo hebben de mensen meer plezier en hebben de dieren er ook geen last van.’

SCHOON WATER

We hebben in Dordrecht een proef met de ‘WasteShark’ en die is echt relevant voor de sloepvaarder. Het is een soort stofzuiger en die zuigt het plastic en ander afval op uit het water. Zo zorgen we weer dat het water schoner wordt. Daardoor is er minder overlast voor de dieren die in en rond het water leven en ook minder last voor mensen die recreëren op of in het water. Dit initiatief is opgepakt samen met de gemeente. Het is ingegeven door het feit dat we ons ervan bewust zijn dat we iets moeten doen aan de plastic soup die in de oceanen drijft. Niemand wil tussen de plastic zakken zwemmen.

‘Voortvarende houding past bij dit waterschap’

Watersnoodramp in 1953

‘De ontroering die ik heb meegemaakt is rond 1 februari. Dan spreek je mensen die de watersnoodramp in 1953 hebben meegemaakt. Als je hoort met welk leed ze soms nog leven en welk leed er in families is aangericht omdat mensen zijn verdronken, dat raakt me enorm. Een mevrouw vertelde me een keer dat ze iedere nacht als het stormt nog steeds wakker ligt, ook al is het al zoveel jaren geleden. We zorgen voor de dijken, die moeten sterk zijn om het water tegen te houden. Als het heel erg stormt dan weet je waar je dit werk voor doet.’