SLAAPZAKKEN

Als wij ‘s morgens aankomen bij Sloepenmarkt Grou om onze nieuwe Langweerdersloep op te halen en de auto uitladen, komen wij tot de ontdekking dat wij onze, vorige week nieuw gekochte, slaapzakken vergeten zijn. Wij wilden om de nacht in de sloep slapen.
Het is vandaag maandag en tot één uur zijn alle winkels dicht. Als wij ’s middags pas weggaan dan komen wij veel te laat in Ossenzijl, waar wij een trekkershut gereserveerd hebben.

HANDIG ZO’N ZUS

Inno van Sloepenmarkt helpt ons uit de brand. Hij heeft een zuster die in Echternerbrug woont en na wat rondbellen blijken daar in een winkel wel acht slaapzakken op voorraad zijn. Daar komen wij toch langs! Wij nemen afscheid van Sloepenmarkt, een bedrijf met een fantastische service met mensen die doen wat ze beloven.
Via het Prinses Margrietkanaal, het Sneekermeer en de Langweerder Wielen varen we naar het Tjeukemeer. In Echtenerbrug liggen inderdaad twee slaapzakken voor ons klaar! Via de Pier Cristiaansloot naar de Kuinder/Tjonger. Om kwart over zes komen wij, na bijna zeven uur motoren, aan in Ossenzijl. Een mooie tocht en… met prachtig weer!

MODDERIG EN SCHADUW

Van de zeven trekkershutten is er één verhuurd en wij krijgen de meest sombere, schaduwrijke en daardoor modderige, tweede hut. In het restaurant, waar wij heerlijk eten, vertellen wij ons verhaal aan de serveerster. ‘Maar dat kan toch niet! Ik ga een andere hut voor u regelen’. Inderdaad krijgen wij een zonnige hut aan de Kalenberger Gracht, waar wij de sloep voor de deur kunnen leggen.
Als ik de volgende dag bij de receptie af ga rekenen, krijg ik te horen dat ik de sloep niet in de gracht had mogen laten liggen omdat men daar geen ligplaatsen heeft. Het gekke is, dat ik niet onder het betalen van liggeld uitkom.

TANKEN?

Dinsdags pakken wij de prachtige route door de Weerribben en gaan via Blokzijl naar Vollenhove, waar wij na drie uur varen afmeren in de haven.
We slapen prima aan boord en ook het ontbijt gaat goed! Om tien gaan wij weer varen. Via het Zwarte Meer en het Ketelmeer naar de Roggebotsluis, het Drontermeer en het Veluwemeer. Omdat ik niet weet wat het verbruik van onze motor is, probeer ik in twee havens onderweg te tanken. Wij hebben, na de laatste keer tanken, 33 uur gevaren en als wij twee liter per uur gebruiken, is onze tank van 70 liter bijna leeg. Ik ga er van uit dat wij in Harderwijk, waar wij een Airbnb besproken hebben, wel kunnen tanken.

‘De grachten van Utrecht maken
het lange wachten in
de sluis helemaal goed’

ONNODIG ZORGEN GEMAAKT

Na zeven uur varen, meren wij om vijf uur af in Harderwijk, waar helaas geen brandstof te krijgen is. Met een rolmaat peil ik de tank en zie dat wij morgen wel in Strand Horst kunnen komen. Daar zou wel een pomp zijn.
Onze Airbnb blijkt fantastisch te zijn. Voor € 45,– slapen wij heerlijk inclusief een onverwacht lekker ontbijt. Om half negen varen wij alweer. Op naar Strand Horst! Daar blijkt dat wij na 35 uur varen, slechts 37 liter verbruikt hebben! Voor niets zorgen gemaakt.

CHEERS

Het is inmiddels de vierde mooie dag en wij hebben het heel goed naar onze zin! Om goed drie uur zijn wij in Muiden, maar gaan door naar Weesp. Na weer zeven uur motoren, meren wij af in de verenigingshaven van Weesp, pal voor het clubhuis. Daar komen dochter met kleinzoon van twee jaar en gaan wij toch weer even met hen de Vecht op voor een kort tochtje.
Als wij later op het terras van het clubhuis iets zitten te drinken (U weet het: varen maakt dorstig en onze sloep heet niet voor niets ‘CHEERS’) komen onze vrienden Bert en Yvonne ook aanfietsen. Zij liggen met hun boot in Amsterdam. Al met al wordt het heel gezellig en eten wij in de club hun beroemde nasischotel.

UTRECHT MAAKT WACHTEN GOED

Ook vrijdags, onze vijfde dag, is het mooi weer. Wij vertrekken om half tien en genieten van de mooie Vecht. In Utrecht moeten wij vrij lang wachten voor de sluis, maar de tocht door de grachten van Utrecht maakt dat weer goed. Als wij het Amsterdam-Rijn-kanaal overgestoken zijn en de sluis uitkomen, is het vijf over vijf en moeten wij tot zes uur wachten op een brugopening. Daarna draaien de bruggen vlot.

SCHUILEN ONDER ZONNETENT

In de passantenhaven Plettenburg is de havenmeester nog aanwezig. Hij is ook een enthousiast sloepenvaarder en ik maak hem attent op het bestaan van ons ‘Daemes & Heeren’ genootschap.
Al met al vandaag weer ruim zeven uur gevaren. Zaterdags is het mooie weer op en regent het flink. Wij gebruiken onze zonnetent als regenscherm en blijven zo toch redelijk droog.

NOOIT BOVEN DE 2200 TOEREN

De sluizen in Vianen draaien vrijwel meteen voor ons. In Vianen leggen wij even aan voor boodschappen. Als wij weer wegvaren, komen er net vier schepen uit de sluis. Met z’n vijven nemen wij alle bruggen op het Merwedekanaal. In de sluis van Gorinchem komt de zon weer tevoorschijn. Op de Merwede hebben wij stroom mee en lopen wij 15 km per uur bij 2200 toeren (ons maximum toerental is ongeveer 3200 toeren, maar wij zijn nog nooit boven de 2200 toeren geweest. Dan loopt de motor het lekkerst).

Na zes dagen en ruim zevenendertig uur varen, meren wij voldaan en met veel mooie belevenissen en herinneringen af in onze jachthaven, het Maartensgat in Dordrecht.